Het ontstaan van de moderne klassiekerDe Olympiajol was de opvolger van de Snowbird, een eenmans boot die gebruikt werd op de Olympische Spelen van 1932 in Los Angeles. Duitsland wou zich graag onderscheiden ten aanzien van andere landen en ontwierp zijn eigen Olympic Monotype Class. De Dahme Jacht Club geeft de opdracht aan ontwerper Hans Bebensee om een nieuwe Olympische jol te ontwerpen. In 1933 had ontwerper Hans Bebensee zijn eerste jol de Skagerrak 01 klaar. Inmiddels hadden vijf andere ontwerpers ook hun ontwerp gebouwd, in totaal zijn er 16 jollen gebouwd. Helmut Stauch, was testzeiler van één van deze jollen, naast zeiler was Stauch ook ontwerper en had het idee dat hij een betere jol kon ontwerpen. In 1934 presenteerde Helmut Stauch zijn nieuwe jol en won overtuigend met zijn jol O31, Seehund de selectiewedstrijden. De jol van Helmut Stauch werd uitgekozen om te varen als de nieuwe Olympic Monotype Class op de spelen in 1936.
| |
De boot
Romp en dek van mahonie Romp 10 of 12 mm dik Gangenbouw Roodkoper geklonken op ruim 100 spantjes Dek samengesteld uit brede planken Rondhouten, uit Spruce of Oregone, hol, verjongd en geprofileerd Al het beslag uit staal en gegalvaniseerd Beperkte trimmogelijkheden, alleen de voorstag voor de mastbuiging Geen neerhouder of overloop Dubbele gebogen helmstok Dubbele hangbalk, geen hangbanden Geen zelflozers of drijflichamen Hozen met een steelpannetje zonodig voorzien van een stok Prijs in 1935 ongeveer Fl.300,- | Enkele prototype jollen |
1935 Op zoek naar de Olympische zeilerIn december 1934 wordt de Olympiajol erkend door het Verbond. Het Verbond gaf in 1935 aan E.G. van de Stadt Scheepswerf N.V. Te Zaandam de opdracht voor de bouw van de zes eerste Olympiajollen. Deze jollen kregen de nummers H1 t/m H6. Daarnaast werden door particulieren olympiajollen besteld zodat in 1935 het hoogste zeilnummer H29 ("Daphia") door Bootbouwerij G. Baay te Loosdrecht gebouwd werd voor de heer P.H.R. Borgerhoff Mulder uit Oestgeest. In dat zelfde jaar waren er in Duitsland al 200 jollen geregistreerd.
In 1935 vond ook de eerste selectie plaats van zeilers. In 1936 was er een kerngroep van 10 zeilers geselecteerd. Deze zeilers kwamen vrijwel allemaal uit de 12 Voetsjol. Op basis van de eerste selectiewedstrijden in 1936 bleven de volgende vijf geselecteerde zeilers over.
Daan Kagchelland won de selectie wedstrijden, Ricus van de Stadt werd tweede en ging mee als reserve naar de Olympische Spelen. De Keuze voor Daan Kagchelland was niet voor een ieder begrijpelijk. Een ieder was ervan overtuigd dat Borgerhoff Mulder de meest geschikte kandidaat was. Deze twijfel werd ook publiekelijk geuit.
De Olympische SpelenVoor de 25 deelnemers waren er 30 identieke Olympia jollen beschikbaar, allen vervaardigd uit het fijnste mahonie wat verkrijgbaar was. De jollen hadden de nummers G301 t/m G330, en kregen de namen van Duitse steden. Daan Kagchelland kreeg jol G324, genaamd Nürnberg. Daan zijn twee belangrijkste tegenstanders waren de Engelsman Peter Scob en de Duitser Werner Krogmann. Beide mannen waren zwaargewichten, Scob woog 103 Kg en Krogmann 96 kg. Daan stak hier maar schril bij af met zijn 75 Kg. De wedstrijden vonden plaats in Kiel onder zware weersomstandigheden en er moest veelvuldig gereefd worden. Ondanks dat wist Daan met tactisch varen zijn tegenstanders achter zich te laten. Door zijn goede prestaties begonnen zijn tegenstanders zijn gedrag te kopiëren. Zette hij zijn verstaging wat losser in de haven dan werd dit prompt opgevolgd door zijn concurrenten. Ook kende hij de 40 regels van het wedstrijdregelement uit zijn hoofd wat ook de nodige indruk maakte. Daan had veel aandacht voor zijn materiaal en zichzelf, zijn jol en ook Daan zagen er altijd onberispelijk uit. Zo wist hij ondanks de zware tegenstand en omstandigheden het Olymisch Goud uit het hol van de leeuw weg te slepen.
Richting de oorlogDoor de Olympische titel van Daan Kachgelland steeg de Olympiajol enorm in populariteit. In 1938 kreeg de Olympia jol de Internationale status van de IYRU. In dat jaar werd Daan Kagchelland ook de eerste nationale kampioen. Maar ook nieuwe zeilers deden hun intrede: Jan Bier, Theo van Helvert, Jack Barzilay, Dick van Brummelen, Wim Ritman en Court Fleming waren bekende namen in die tijd. De Olympiajol was net als in Duitsland populair bij de vrouwelijke zeilsters, in 1940 waren er Nederland negen geregistreerde O-jol zeilsters. In het begin van de oorlogsperiode gingen de wedstrijden ‘gewoon’ door. Hein Recourt, een debutant, werd Nationaal kampioen in 1941. Koos de Jong volgende in 1942 en 1943. De bouw van jollen ging Pjdens de oorlogsperiode door, in deze periode zijn zeker 100 Olympia jollen gebouwd. Eind 1942 waren de meeste jollen in veiligheid gebracht, enkele werden gevorderd en gebruikt als drijvende bom. | |
80 jaar Olympisch Goud!Het duurde maar liefst 80 jaar alvorens een andere zeil(st)er het volgende Olympisch Goud voor Nederland veroverde. Al die tijd heeft zeilend Nederland met een schuin oog naar de prestatie van onze Daan gekeken in de hoop het stokje over te mogen nemen. Het was dan ook met recht een historisch moment toen Rinus Kagchelland namens zijn vader het 'Goud' kon overdragen aan Marit Bouwmeester, die in 2016 tijdens de Olympische Spelen van Rio de eerste plaats veroverde in de Laser Radial klasse. Nog meer weten?Klik hier voor de volledige presentatie van Toon Neijman. Klik hier voor de digitale versie van het boek dat bij het 40 jarig bestaan is uitgegeven. Het downloaden duurt wellicht even maar het is de moeite waard! |
|
SindsdienDe wedstrijden werden hervat in 1946. Daan Kagchelland en Borgerhoff-Mulder verkopen hun Olympiajol, Glipper en Daphnia. De oorlog lag nog vers in het geheugen en de jol was ook nog een Duits ontwerp. Dit waren de redenen dat de Olympische status van de Olympia-jol bij de Olympische Spelen in 1948 werd ingetrokken. Nieuwe zeilers dienen zich aan, Bob Markus, Jaap Stap, Leo Gerhards, J. Proper, Bob Willems en Nellie van Gool. Nellie van Gool uit het Friese Hommerts was een dame die prominent op het wedstrijdveld aanwezig was, zij won vele prijzen. Eind jaren ’40 was de bouw van de Olympiajol over zijn hoogtepunt heen. Het hoogste nummer was toen voor de jol H246, Fiddle’s Green. Begin jaren ‘50 is er nog voldoende animo op de wedstrijdvelden. In 1954 vindt de oprichting van de International Olympiajollen Union plaats. Toch neemt eind jaren 50 de belangstelling af, veel jollen verhuizen naar het Noorden van het land. Een dieptepunt is 1959 toen er nog maar vijf Olympia jollen aanwezig waren op het Nationaal Kampioenschap. De bouw ligt volkomen stil en in de periode 1950-1960 zijn twee nieuwe jollen geregistreerd. In 1960 vindt de oprichting van IOU Nederland plaats door Sjirk Haaksma, Peter van Wamel, Robert-Jan Röell, Dik de Ruijter en Wim Ris. Ook verschijnt het eerste clubblad “De Olympiajol”. Door alle aandacht kwamen er meer deelnemers. In 1965 sluit de groep Zuidlaren zich aan bij IOU Nederland. In 1968 werd het bouwmateriaal vrijgegeven en daarmee werd ook de 'moderne klassieker' geboren. In navolging van onze oosterburen mag de O-jol nu ook in plakhout en kunststof worden gebouwd. Mik Polyesterbouw introduceert zijn nieuwe jol en Jan Woldhuis werd met de H260, Nieuwe-Hoop in 1970 Nationaal Kampioen. Sindsdien is de populariteit van de Olympia jol gestaag gestegen. Elk jaar worden er nog nieuwe, zeer modern uitgevoerde boten gebouwd en gaat de teller inmddels richting de 800! In 2021 is er een prachtig jubileumboek samengesteld waarin alle historie gebundeld is. klik hieronder om dit boek te bestellen.
|
Neem contact op
Volg ons ook op | O-Jol
Activiteiten
| Academy
Vloten
| Media
Shop
Zoeken in de site |
O-Jol De moderne klassieker |