Masttrim Al een hele tijd staat het artikel van Jan ten Hoeve over boot- en masttrim op de site. Sinds de tijd van verschijning hiervan zijn de M6 masten op de markt gekomen, zijn de gedachten over zeilsnit veranderd en deed de Numatic zijn intrede. Het leek dan ook nuttig om het artikel eens te updaten en daarbij met name naar de masttrim te kijken. Even een disclaimer: ik heb beslist niet de illusie de absoluut beste getallen voor de masttrim te kunnen produceren. Om hierover wat meer licht te laten schijnen heb ik een aantal succesvolle O-jol zeilers geïnterviewd over het materiaal dat zij gebruiken en de trimgetallen die zij daarbij toepassen. Daarbij zie je ook meteen dat er meerdere wegen naar succes leiden. (Zie de tabel aan het eind van het artikel) Uit diezelfde gesprekken komt ook naar voren dat een aantal topzeilers helemaal niet met meetlinten in de weer is, maar vertrouwt op hun zicht op het zeilprofiel en de uitstroming bij het achterlijk. Voor diegenen die wel meten zijn de volgende stappen waarschijnlijk al gesneden koek, maar wij beginnen gewoon maar bij het begin.
Bepaling maststand Eerst maar eens de helling (rake) va de mast meten:
Wil je de rake veranderen dan, moet dit gebeuren door blokjes achter de mast weg te halen of erbij te zetten. Weghalen meer rake, toevoegen mast meer rechtop.
Bepaling van de getrokken mastbuiging
Hoe groter deze maat, hoe meer mastbuiging en omgekeerd Een punt van aandacht hierbij is ook de positie van de mastbout (in de mastvoet): Bij een M6 mast wordt die geacht in de achterste positie te staan. Bij een Needlespar in de een na achterste positie. Als de mast op spanning staat is dit ook het moment om te kijken of hij niet naar links of naar rechts buigt en of hij recht in de boot staat Dat kan door een meting, maar ook door het val strak door het onderste punt van de mastgroef te trekken kan je zien of hij niet verkeerd opzij buigt. En je kan ook (min of meer) checken of de mast recht in de boot staat door te kijken of het val links en rechts gelijke afstand heeft naar de buitenkant van het dek.
Maar waarom moet de mast überhaupt een eind gebogen worden? Dat heeft alles te maken met varen met meer wind. Onder die omstandigheden ga je meer schootspanning geven om het achterlijk te blijven contoleren, met als gevolg dat je mast naar achteren gaat buigen. Om te zorgen dat het zeil er enigermate fatsoenlijk op blijft staan onder die omstandigheden wordt er een zekere mate van voorlijkronding in gesneden. Maar die zelfde voorlijkronding gaat bij licht weer in de weg zitten als je dan met een min of meer rechte (ongebogen) mast zou varen. Oplossing: mast krom trekken. Dat zorgt ervoor dat het extra doek achter de mast wordt weggetrokken en dat het zeil ook blijft lozen. Getallen die je vaak tegenkomt zijn dan 92 cm rake en 22 cm mastbuiging voor een M6 mast en 102 cm rake en 35 cm mastbuiging voor een Needlespar mast. Een Needlespar is slapper dan een M6 mast. Een zeil voor zo’n mast moet dus ook meer voorlijkronding hebben en wordt daardoor ook weer krommer getrokken. De tendens bij de meeste zeilmakers op dit moment is om de hoeveelheid voorlijkronding te verminderen en daarbij te accepteren dat het zeil er bij veel wind wat minder fraai op staat. Sommige zeilers vinden die 92 of 102 cm te veel problemen in de overstag geven en zetten de mast iets meer rechtop. Als het hard gaat waaien en de boel aan de wind moeilijk houdbaar wordt (afhankelijk van lichaamsgewicht en vaardigheid) is het ook een optie de wanten ietsje te vieren. B.v. 2cm vieren bij het blokje langs de zwaardkast maakt de boot wat makkelijker te varen.
Voorstag Waar voor de rake en de mastbuiging exacte maten beschikbaar zijn, is dit voor het voorstag niet het geval. Dat heeft er alles mee te maken dat het voorstag afhankelijk van de windkracht op verschillende spanningen wordt gevaren. Een paar algemene inzichten:
Lichtweer: los tot helemaal los Middenweer: Spanning tot veel spanning Veel wind: Losser, maar nog wel een klein beetje spanning er op houden
Meer spanning op het voorstag zorgt ervoor dat de mast minder buigt, het achterlijk dichter komt te staan en er dus met meer power gezeild kan worden. Met licht weer wil je wel de maximale buiging in de mast hebben, dus voorstag los. Met wind mag de mast weer buigen, maar een beetje voorstag moet erbij blijven om te zorgen dat de boel niet helemaal wegwaait en je dus ook geen hoogte meer loopt.
Tabel mastinstellingen
* maximale buiging bij licht weer ** zoals aangegeven in het artikel
|
Berichten |
Agenda |
Contactgegevens |
Deel deze pagina |
Neem contact op
Volg ons ook op | O-Jol
Activiteiten
| Academy
Vloten
| Media
Shop
Zoeken in de site |
O-Jol De moderne klassieker |